Omdat ik de laatste tijd weer vaker uit mijn kookboeken kookte, is het recepten schrijven er een beetje bij ingeschoten. Toch kookte ik ook wel wat eigen verzinsels. Eén daarvan is deze pompoenravioli met truffelpecorino. Ik was van tevoren niet van plan om erover te schrijven (vandaar ook het gebrek aan mooie foto’s), maar hij viel zo in de smaak dat ik het recept toch met je wil delen.

Truffelpecorino is mijn ontdekking van 2020 geweest. Voor een kaasplankje als onderdeel van een uitgebreid menu zocht ik wat bijzondere kazen. Gelukkig had de kaasboer een hele hoop mooie kazen in het assortiment. Onder andere een pecorino met truffel erdoorheen geaderd, en man, wat was die lekker! Te lekker om niks leuks mee te verzinnen (want wonder boven wonder hadden we nog wel wat over na het kaasplankje). Decadentie ten top, natuurlijk, maar af en toe mag dat best.

Voor drie personen
Ingrediënten:
– 1 kleine flespompoen (zo’n 800 gram)
– 100 gram ricotta
– 200 gram pecorino met truffel
– 250 gram bloem, plus extra om te bestuiven
– 2 eieren
– 40 gram rucola
– Olijfolie
– Pompoenpitolie, voor erbij
– Eventueel vers geschaafde truffel, voor op het eind
Extra nodig: foodprocessor (optioneel), pastamachine

Bereidingswijze:
Rooster eerst de pompoen. Verwarm de oven voor op 200 °C. Snijd de pompoen over de lengte doormidden en schep de zaadjes en draden eruit (ik gebruik het liefst een meloenboller maar een eetlepel werkt ook). Leg de pompoenhelften met de snijkant naar boven op een bakplaat en rooster ze ongeveer een uur in de oven, tot ze helemaal zacht en gaar zijn.

Maak de vulling. Schep het pompoenvruchtvlees uit de schil in de foodprocessor, voeg de ricotta toe en maal dit tot een glad, smeuïg mengsel. Als je geen foodprocessor hebt, kun je de pompoen en ricotta in een kom doen en met een vork door elkaar prakken. Rasp 125 gram pecorino fijn en meng dit door het pompoenmengsel. Proef of de vulling op smaak is en voeg peper en eventueel zout toe.

Maak nu het pastadeeg. Doe de bloem in een grote mengkom, maak een kuiltje in het midden en voeg de eieren toe (of doe dit op het aanrecht). Meng met een vork of je vingers langzaam de eieren door de bloem. Ga over op kneden zodra dit alles gemengd is. Waarschijnlijk moet je nog een klein beetje water toevoegen (wat ei mag ook) om een samenhangend deeg te krijgen. Kneed het pastadeeg even flink door tot je een mooie elastische deegbal hebt. Laat dit even rusten.

Rol de pasta met de pastamachine uit (niet té dun). Leg een vel op het aanrecht en schep telkens een klein lepeltje vulling op het pastavel, net onder het midden. Houd ongeveer twee centimeter tussenruimte. Maak de randjes tussen de vulling en het randje aan de onderkant een beetje nat met een vinger. Vouw nu de bovenste helft van het pastavel over de onderste, zodat alle hoopjes vulling bedekt zijn (zie ook de afbeelding hieronder). Duw de randjes tussen de hoopjes vulling een beetje aan en snijd de ravioli los; ik gebruik daar graag zo’n wieltje voor. Druk met een vork de randen goed dicht. Snijd als ze erg groot zijn de randjes wat bij.

Breng in een grote pan ruim water aan de kook. Laat de ravioli rustig in het water zakken en kook ze zo’n 6 minuten. Ik snijd altijd een klein stukje van een randje af om te proeven of het deeg goed gaar is. Schaaf ondertussen met een dunschiller nog wat truffelpecorino. Giet de ravioli voorzichtig af en verdeel ze over de borden. Meng met de ravioli met de rucola en een beetje olijfolie en garneer met de pompoenpitolie en geschaafde truffelpecorino (en voeg eventueel nog wat vers geschaafde truffel toe).

Genieten maar!

Plaats een reactie

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag