
Een aantal jaren geleden was ik erg druk met sieraden maken. Ik kocht kraaltjes in hobbywinkels en beurzen en op een gegeven moment had ik bakken vol. Nu ben ik niet zo meer met sieraden maken bezig, maar de kralen liggen er nog. Toen bedacht ik een leuke nieuwe bestemming: steekmarkeerders. En die zijn zo eenvoudig te maken dat jij het ook kunt!
Steekmarkeerders gebruik je om, de naam zegt het al, steken in de haak- of breiwerk te markeren. Voor het haken gebruik je steekmarkeerders met een sluiting, die je open kunt maken om om je draad heen te doen. Bij het breien kun je ook steekmarkeerders gebruiken die je open kunt maken, maar dat hoeft niet per se. Ik maakte dit keer steekmarkeerders van het laatste soort, dus die niet open kunnen. Deze markeerders schuif je om je breinaald en kom je op die manier iedere toer weer tegen.

Voor deze steekmarkeerders heb je nodig: kralen naar keuze, metaaldraad (en dan het dunne, flexibele soort dat je dus ook voor sieraden zou gebruiken), een platbektang, een kniptang, knijpkraaltjes (niet te groot, maar let wel op dat ze niet zo klein zijn dat ze door het gat van je kraal kunnen).
Knip met de kniptang een stukje metaaldraad af. Zo’n 7-8 cm moet genoeg zijn.
Maak een lusje van je metaaldraad en schuif een knijpkraaltje over de twee uiteindes.
Houd de metaaldraad nu vast bij de uiteindes, want er komt spanning op het lusje te staan, dus anders schiet je kraaltje weg. Houd met de platbektang het kraaltje op de juiste plek (zodat je een lusje hebt dat groot genoeg is voor om je breinaald) en knijp het kraaltje plat.
Schuif nu je kraal of kralen naar keuze op de draaduiteindes, tot aan het knijpkraaltje. Schuif daarachter weer een knijpkraal en knijp ook die plat.
Knip als laatste de draadeinden af tot aan de knijpkraal.
En voilà, je eigen unieke steekmarkeerders!







