Het is alweer een tijdje terug dat ik mijn laatste voltooide breiwerk liet zien, maar ik heb in de tussentijd niet stilgezeten! Ik ben inmiddels enthousiast sokkenbreier en heb al drie paar gemaakt (en daarvan ook veel geleerd).

Het eerste paar sokken dat ik maakte was rechttoe, rechtaan. De weg ernaartoe was toch nog wel even wat werk, want ik gebruikte namelijk de wol van Sticks & Cups die ik eerder voor een paar gehaakte sokken had gebruikt. Die sokken moest ik dus uithalen en vervolgens heb ik de wol in een badje gelegd om de hobbels en bobbels eruit te halen. Toen was het weer zo goed als nieuw en heerlijk volumineus en zacht!

En toen begon dus de echte klus: de sokken. Ik gebruikte minirondbreinaaldjes van 2,5 mm diameter en ik volgde het (gratis) patroon voor de My Favorite Vanilla Socks van Meaghan Schmaltz. En met een prima eindresultaat, al zeg ik het zelf. Het enige wat hier wel op aan te merken was, is dat ze eigenlijk net iets te kort zijn om goed te blijven zitten. Bij de volgende sokken wist ik dus dat ik ze bij de enkels ietsje langer moest maken. Ook de teen vond ik een beetje te hoekig, dus daarvoor ging ik op zoek naar een ander patroon.

Bij het volgende paar sokken besloot ik dat ik ook wel een klein patroontje erin kon verwerken (ik was immers al een ervaren sokkenbreier, toch?). Ik besloot om de Rye Light sokken van Tin Can Knits als voorbeeld te nemen en midden bovenop een paneel in ribbelsteek te maken. Ook maakte ik de boord deze keer niet in 1×1, maar 2×2 boordsteek en gebruikte ik het meer afgeronde teenpatroon van de Hermoine’s Everyday Socks van Erica Lueder. Deze sokken waren alweer een stuk beter! Helaas kwam ik er tijdens het breien wel achter dat ik zo’n 8 toeren terug een foutje had gemaakt in het ribbelsteekpaneel; ik had per ongeluk twee toeren na elkaar recht gebreid (in plaats van één recht en één averecht). Ik had geen zin om het hele paneel of de hele sok zo ver uit te halen en besloot van de nood een deugd te maken. Ik breide vervolgens na elke 14 toeren ribbelsteek en extra toer recht. Daardoor zie je regelmatige onderbrekingen van het ribbelsteekpatroon (zie jij ze in de foto?).

Ik breide de sokken in een blauw sokkengaren van Undercover Otter dat ik bij Stephen & Penelope had gekocht. Omdat ik nét wat tekort kwam schakelde ik voor de tenen over op Katia United Socks in kleur 24 (die ik ook speciaal had ingeslagen om hielen en tenen ‘op te vullen’ als ik een keer tekort zou komen).

Het laatste paar sokken was alweer wat ingewikkelder. Ik breide namelijk de My Cup Of Tea Socks van Robin Lynn. Hoewel het patroon er misschien heel ingewikkeld uitziet, valt het hartstikke mee! Als je een beetje inzicht hebt lukt het na een stukje zelfs uit je hoofd. Ik gebruikte wel weer de hiel van de My Favorite Vanilla Socks en de teen van de Hermoine’s Everyday Socks, gewoon omdat ik die gewend was en ik wist dat ze goed zaten. Ik maakte ook weer een 2×2 geribde boord, omdat ik dat wat mooier vond dan de 1×1 geribde boord van de eerste sokken. Deze sokken leken eerst wat strak, maar na een keertje wassen en een paar keer dragen zitten ze als gegoten. Het enige is dat de hiel wat ver naar beneden zit. De volgende keer zou ik ze dus net iets langer breien.

Wat me vooral heel erg bevalt is de achterkant van de sokken. Daar zit namelijk een slim verstevigingstrucje in: om en om brei je een steek, en haal je een steek averecht af. Daardoor zit er een soort extra laagje achterin de hiel van de draad die achter de afgehaalde steken langs gaat. Bij het blauwe en roze paar sokken besloot ik dit trucje ook toe te passen aan de onderkant van de sok, zodat ook daar wat extra versteviging zit (want volgens mij slijt dat deel altijd het snelst).

Al met al heb ik al een mooie verzameling sokken, waarvan de roze zeker mijn favoriete zijn! En ik ga zeker door met sokken breien.

Heb jij wel eens sokken gebreid?

Plaats een reactie

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag